De aanleg van een kruidentuin
De smeuïge middeleeuwse verhalen van magiërs en heksen
die met hallucinant kruidenbrouwsels de meest waanzinnige ziekten,
plagen en menselijke ongemakken trachtten te verhelpen zijn onafscheidelijk
verbonden met de kweek van kruiden. Nog steeds spreken deze praktijken
tot de verbeelding van rusteloze geesten die de altijd durende
zoektocht naar de diepere krachten in de natuur ijverig voortzetten.
Op de dag van vandaag zijn er nog "heksen" in onze
streken, vrouwen die een natuurgeneeskunde beoefenen waarvan de
oeroude remedies en recepten van moeder op dochter worden overgegeven.
De nieuwe kruidendokters noemen zich geen heks meer maar herboristen.
Ze werken niet meer met vulgaire kruiden maar gebruiken nu Medicinale
Aromatische Planten (MAP). Kortom, de kennis en het gebruik van
dergelijke planten heeft zich verheven tot een heuse wetenschap
waar, in dit geval, geen geurtje aan zit.
Dankzij de niet aflatende inzet van natuurgenezers als Dr Vögel
en volgelingen is het gebruik van kruiden in de geneeskunde fel
toegenomen. Langzaam is het tot de industriële pillendraaiers
doorgedrongen dat bepaalde planten werkelijk geneeskrachtige stoffen
bezitten. Deze stoffen werken niet alleen prima maar zijn ook
goedkoper om te produceren en veroorzaken minder onaangename nevenverschijnselen
dan het chemisch spul dat de afgelopen decennia in medicijnen
verwerkt werd.
Om ook wat kaas te kunnen eten van hele kruiden- of MAPwinkel
moet men vooreerst over de diverse kruiden beschikken en te weten
waarvoor men dezen kan gebruiken.
Een kruidentuin aanleggen is een klus waar vele tuinliefhebbers
over dromen maar na veel gepeins en gedoe er niet toe komen. Menige
onversaagde tuinder, die de vermetele moed had om een kruidentuin
aan te leggen, heeft aan de lijve en tot zijn grote schade en
schande ondervonden dat de constructie en het onderhoud van een
kruidentuin van enige omvang geen sinecure is.
Vaak groeien deze tuintjes, die oorspronkelijk bedoeld waren
als een verrijking op esthetisch gebied voor de tuin enerzijds
en als leverancier voor allerhande smaakgevende en helende planten
voor huis en keukengebruik anderzijds, uit tot haarden van kommer
en kwel. Na enkele jaren blijven er van de rijkelijk gestoffeerde
oorspronkelijke beplanting nog maar een paar planten over, die
in een zo vergevorderde staat van verwildering en exuberante omvang
verkeren, dat de spreekwoordelijke kat er haar jongen niet meer
in terug vindt.
Dan is er nog de deugdzaamheid van de kruiden. Het onoordeelkundig
gebruik van een kruid heeft al menig maal geleid tot serieuze
uitslaande allergieën al dan niet gepaard gaande met de meest
uiteenlopende vergiftigingsverschijnselen.
Om onze leden dergelijke tegenslagen, ontgoochelingen en lichamelijke
ongemakken te besparen en om aan de weet te komen waarvoor wij
de kruiden op een behoorlijke wijze kunnen aanwenden, deden de
Volkstuinen van Sint-Truiden tijdens hun vergadering in het CC
beroep op de onvolprezen kennis van Mevrouw Mariëtte Reyners.
Als volleerde herborist baat ze aan de Grensstraat 2 in Opitter
een aantal toon kruidentuinen uit. Hier kan men steeds voor een
deskundige rondleiding terecht.
1. Aanleg
1.1. Ligging
De meeste kruiden hebben veel licht en warmte nodig omdat de
inwerking van de zon hun medicinale en smaakgevende kwaliteiten
versterkt. We zoeken dus een zonnig plekje in onze tuin uit om
een kruidentuin aan te leggen. De oostkant is tijdens de winter
te koud en krijgt te weinig zon. Het noorden is om dezelfde reden
eveneens ongeschikt. Daarom kiezen wij de zuidwestkant als de
geknipte plek om onze kruidentuin neer te poten.
1.2. Bodem
Kruiden verlangen een lichte, humusrijke en goed water doorlaatbare
grond. Een teveel aan voedsel en water is nefast voor de meeste
kruiden. Sommigen zoals munt, engelwortel, valeriaan en smeerwortel
verlangen een vochtige en voedselrijke bodem. Natte en zware gronden
zijn taboe.
Er zijn ook kruiden die zon, halfschaduw of schaduw verkiezen.
In de praktijk trekt een kruid zich hier weinig van aan. Door
teveel water te geven hebben de planten de neiging om ondiep te
wortel en dit kan in warme zomers tot verwelking leiden.
1.3. Voeding
Een regelmatige toevoeging van compost vult over het algemeen
de voedselreserves voldoende aan. Bij een te rijke voeding gaan
de planten bladeren vormen en nemen hun geneeskundige en aromatische
stoffen af.
Wij vermijden een sterke en snelwerkende stikstofbemesting. Het
geven van een organisch mest ( compost) dat langzaam in de bodem
afbreekt is de uitgelezen vorm van bemesting voor de kruidentuin.
1.4. Soorten
Kruiden die veel zon en een goed waterdoorlaatbare bodem vragen
zijn: lavendel, rozemarijn, tijm, marjolein, wijnruit, salie,
hysop, bonenkruid, citroenkruid, venkel, anijs, dille, moederkruid,
bernagie, alsem, kamille en bijvoet.
Kruiden die halfschaduw en een vochtige bodem verkiezen zijn:
munt, peterselie, vrouwenmantel, engelwortel, rooms kervel; citroenmelisse,
moerasspirea, lievevrouwebedstro, selderij, mierikswortel, valeriaan,
brandnetel en bieslook.
Kruiden die het liefst in de zon en op een vochtige bodem staan
zijn: zeepkruid, heemst, basilicum, goudsbloem, lavas, Sint-Janskruid,
aardpeer, karwij, boerenwormkruid en paardebloem.
2. Ontwerp
2.1. De grootte
De grootte van een kruidentuin is afhankelijk van de beschikbare
ruimte en de tijd die men wil besteden aan het onderhoud en het
wieden van het onkruid.
2.2. De vorm
Kiezen we voor een formele tuin dan maken we aparte bedjes die
wij met buxus omzomen. Tussen de perceeltjes leggen we smalle
paadjes. Deze tuin kan volstrekt op zichzelf bestaan en volledig
gescheiden zijn van de bestaande tuin. Een formele tuin kan men
zeer goed met een moestuin combineren.
Een nadeel van een formele tuin is dat de structuur erg vast
is en dat gaat vele verwarde geesten na een tijdje vervelen.
Naast de formele tuin hebben we een wilde tuin. Een dergelijke
tuin aanleggen is kinderspel. We kiezen een plaats uit in de tuin
waar we de kruidentuin willen creëren. Het gemakkelijkste
ruilen wij een gedeelte van het gazon hiervoor in. Met behulp
van een grasmachine trekken wij de paden in het gras. Hierbij
laten wij onze fantasie de vrije loop. De afgereden banden vormen
de paden van onze kruidentuin. De percelen tussen de paadjes bewerken
wij met een totaal herbicide en hierin komen dan later de kruiden.
Een dergelijke aanpak maakt het mogelijk om de bestaande bomen
in onze kruidentuin te betrekken. Rond de bomen spitten wij een
perceeltje om en vullen dit in met kruiden. De diverse plantvlakken
kunnen wij dan vullen met kruiden die voor een bepaald doel worden
gebruikt (bv. keukenkruiden) of medicinale kruiden die heilzaam
zijn voor de behandeling van één bepaalde ziekte
of plaag (bv. kruiden voor maag en darmklachten, bloedvatenziekten,
enz.).
We kunnen eveneens de bestaande moestuin combineren met een kruidentuin.
Zo krijgen wij een bonte mengeling van kleuren, geuren en smaken.
Sommige kruiden verspreiden luchtjes of bepaalde stoffen die schadelijke
insecten weren. Doorgewinterde tuinders gaan steevast bepaalde
kruiden planten in combinatie met bepaalde groenten, bloemen of
heesters. Zo scheiden de wortels van de okkernotenboom een stof
af die de groei van onkruid tegengaat. Dus onder deze bomen zullen
wij geen onkruiden aantreffen. Het niet uit te roeien fabeltje
dat een dergelijke boom de muggen verjaagt is echter totaal uit
de lucht gegrepen
Alsem is een plant die we vaak in de borders naast de weg vinden.
Dit grijsachtig kruid is erg decoratief en doet het uitstekend
in een border. In de nabijheid van alsem zullen wij weinig onkruid
bespeuren. Het leverkruid, de paardebloem en de smeerwortel zijn
eveneens kruiden waar wij in de nabijheid geen anderen planten
gaan vinden door de giftige stoffen die hun wortels afgeven.
Basilicum en peterselie doen het uitstekend bij tomaten. Bernagie
is een bijenplant en lokt deze diertjes naar de aardbeien en verbeteren
zo de bestuiving. Bieslook, knoflook en lavendel voorkomen luizen
bij rozen en goudsbloem klaart dezelfde klus bij de tomaat. Pepermunt,
salie en tijm weren koolwitjes. Pepermunt verjaagt ook aardvlooien.
Rozemarijn stoot wortelvliegen af. Venkel en boerenwormkruid kunnen
elkaars nabijheid niet luchten.
Tot slot is er een combinatie van kruiden mogelijk in een bloemenborder.
Veel kruiden ogen zeer decoratief (zowel wat bloem, blad en groeiwijze
betreft). Op deze wijze koppelen wij het nuttige aan het aangename.
Vele kruiden vertonen de nijging om te gaan woekeren of zich
in grote getallen uit te zaaien (vb de goudsbloem). Dit leidt
vaak tot moeilijkheden bij het uitdunnen van de zaailingen en
het inperken van de te breed uitgegroeide struiken tussen de andere
vaste planten of groenten. Om dit euvel te omzeilen biedt een
thematuin een oplossing. Hier houden wij de kruidentuin gescheiden
van de rest van de tuin.
Bij de aanleg van een kruidentuin gelden eveneens de regels die
wij toepassen in de siertuin. De hoge planten zetten wij in het
midden als de bedden van alle zijden toegankelijk zijn, anders
planten we ze achteraan.
Aanvaarbare kleurcombinaties van de bloemen spelen ook een rol
bij de opbouw van een mooie kruidentuin. Meestal zijn bladeren
van de kruiden groen en grijs en de meeste bloemen hebben geen
uitgesproken kleuren hetgeen mooie combinaties toelaat. De knalgele
goudsbloem echter zal steeds voor de storende en in het oogspringende
factor in de tuin zorgen.
2.3. Thematuinen
2.3.1. Keukenkruidentuin
Dit is een kruidentuin voor keukenprinsessen die hun overheerlijke
spijzen willen opwaarderen door de toevoeging van allerhande aromatische
kruiden.
In een keukenkruidentuin planten wij: bonenkruid, bieslook, citroenmelisse,
dragon, engelwortel, goudsbloem, hysop, lavas, kamille, mierikswortel,
munt, rozemarijn, salie, tijm, venkel, laurier, peterselie, marjolein
en basilicum.
2.3.2. Geurentuin of bijentuin
Iemand die zijn edel reukorgaan (de neus) voor wat meer wil gebruiken
dan het snuiten bij verkoudheden in zakdoeken, het steken in andermans
zaken, het ophalen bij toestanden waar men het niet eens mee is
of het detecteren van kwalijke geurtjes is er de lekkere geurentuin.
Een dergelijke tuin nodigt ons uit om planten aan te raken, te
ruiken, om geuren te herkennen en om ze te gebruiken in thees
en potpourri.
De kruiden die in een dergelijke tuin niet mogen ontbreken zijn:
citroenkruid, citroen melisse, tijm, lavendel, hysop, marjolein,
bergamot, citroenverbena, geurpelargoniums en balsemwormkruid.
2.3.3. Likeur / siropen kruidentuin
Iemand die graag eens een "neutje" lust en een beetje
op het bestaande assortiment is uitgekeken of iemand die de traditionele
ochtendboterham met aardbeien of bessenjam niet meer ziet zitten
legt zich stante pede een likeur / siropen kruidentuin aan.
Hierin vindt men allerhande aromatische kruiden en kleinfruitsoorten
om allerlei goddelijke drankjes en verrukkelijke confituren te
brouwen.
In een dergelijke tuin treffen wij de druif, aalbes, braambes,
vlier, hondsroos, sleedoorn, zoethout, jeneverbes en kweepeer
aan.
Als kruiden maken venkel, basilicum, munt, karwij, koriander,
citroenmelisse, bonenkruid, engelwortel, kamille hysop, dragon,
alsem, bijvoet, lavas, cichorei, dille, salie en anijs de dienst
uit.
2.3.4. Medicinale tuin
Wie als "doe-het-zelver" geneesheer annex apotheker
een blakende gezondheidstoestand in handen wil houden is aangewezen
op het inrichten en onderhouden van een goed gestoffeerde en uit
de kluiten gewassen medicinale tuin.
In een dergelijke tuin bevinden zich planten die sinds jaar en
dag bekend staan voor hun helende capaciteiten. Men kan met deze
planten allerlei huismiddeltjes vervaardigen om eerste hulp te
bieden bij snij en brandwonden, insectenbeten en nog veel meer
van die dagelijkse ongemakken.
Daarnaast zijn er nog de kruiden die, in thees, zalven of tincturen
verwerkt, hun helende, water en andere producten afdrijvende,
hoestverzachtende, pijnstillende, jichtverdrijvende, spataders
verdwijnende, stramme spieren relaxerende, jeuk verdrijvende,
bloedstollende, verkwikkende, kalmerende, aborterende en zelfs
passie aanwakkerende eigenschappen niet onder stoelen of baken
steken.
De kruiden voor een dergelijke tuin zijn: munt, alsem, smeerwortel,
goudsbloem, anijs; engelwortel, salie, rozemarijn, tijm, venkel,
citroenmelisse, Sint-Janskruid, hysop, vrouwenmantel, guldenroede,
mierikswortel, kamille en duizendblad.
2.3.5. Kruiden-in-de-pot tuin
Wie maar over een piepklein tuintje beschikt en toch kruiden
wil houden plant de onvolprezen keukenkruiden: rozemarijn, basilicum,
marjolein, citroenverbena, laurier, lavendel, ananassalie, tijm,
dragon, bonenkruid en lavas.
2.3.6. Combinatie
Natuurlijk houdt niemand ons tegen om een combinatie van de hoger
vermelde tuinen te maken. Dan moeten wij wat meer plaats uittrekken
voor het geheel.
Het idee van de themakruidentuin kadert volkomen in de geest
van de nieuwste strekkingen in de tuinarchitectuur waar men nijgt
naar het construeren van tuinkamers. Elke tuinkamer wordt dan
gestoffeerd met één bepaald kruidenassortiment.
De inkleding kan dan eveneens aangepast worden aan het bepaalde
thema.
3. Oogsten
Op een zonnige dag, na het opdrogen van morgendauw, trekken we
erop uit om onze kruiden te oogsten. We plukken alleen de gave
en propere delen. Tijdens de verwerking beperken wij het wassen
en proberen de bladeren zo min mogelijk te kneuzen. Dit laatste
zorgt ervoor dat ze later bij het drogen hun kleur en geur beter
behouden.
- De bloemen snijden wij af bij het begin van de bloei. Ze bezitten
dan nog alle vitale krachten.
- De bladeren verwijderen wij net voor de bloei van het kruid.
- De wortels nemen wij weg in het voorjaar als alle sappen hierin
teruggetrokken zijn.
- De zaden verzamelen wij als de stengels verdorren en de zaaddoos
vaal wordt.
4. Bewaren
Het drogen van kruiden gebeurt zo snel mogelijk in een goed geventileerde
ruimte en liefst niet in het zonlicht.
We kunnen de kruiden ook diepvriezen. Dit biedt een oplossing
voor sommige kruiden die hun geur en kleur verliezen bij het drogen.
Voor peterselie, lavas en sleedoorn vormt het diepvriezen een
goede oplossing.
In olie kan men eveneens kruiden bewaren. Na een drietal weken
geven de kruiden hun krachten aan de olie af. Deze olie bewaren
wij in een donkere fles. Goudsbloemolie en Sint-Jansolie zijn
gekende en helende producten.
Tot slot bewaart men kruiden in azijn. Er is heerlijke kruidenazijn
van dragon, frambozen, laurier enz.
5. Populairste kruiden
Kruiden treft men niet alleen in de tuin aan. Heel wat van deze
planten staan ergens verwilderd langs een weg of sloot. Indien
deze plekken niet te hard door de uitlaat van auto’s of
andere vervuilende elementen worden vervuild kan men ze best van
deze plekken betrekken want in een tuin zouden deze planten toch
maar als, bij het wieden over het hoofd gezien, onkruid bestempeld
worden.
De meest gekoesterde en in geen enkele kruidentuin ontbrekende
kruiden zijn: paardebloem, brandnetel, goudsbloem, kamille, duizendblad,
venkel, anijs, bijvoet, engelwortel, alsem, bonenkruid, bieslook,
look, kaasjeskruid, rode zonnehoed, guldenroede, moerasspirea,
mierikswortel, munt, citroenmelisse, Sint-Janskruid, smeerwortel,
valeriaan, tijm en dragon.
6. Eigenschappen
Hier volgt een reeks kruiden met wat uitleg over wat men er kan
mee aanvangen in de tuin, in de keuken, in een siropen, tinctuur
of thee.
6.1. Kardoen
Dit familielid van de artisjok is een spectaculaire plant wat
groei en bloei betreft. Hierdoor doet ze het uitstekend in een
bloemborder. Ze is in sommige streken zelfs wintervast. Naast
de esthetische kwaliteiten worden de bittersmakende stengels ook
als groente verwerkt. De kardoen is net als de asperge zeer waterafdrijvend.
Zoals het spreekwoord zegt: "bitter in de mond maakt het
hart gezond", is de kardoen een goed kruid voor de bloedsomloop.
De alsem en bijvoet zijn eveneens bittere kruiden die voor deze
kwaal groeien en bloeien.
De bittere smaak van deze planten zet de lever aan om gal te
maken. De gal zorgt dan op zijn beurt voor een betere vetstofwisseling
hetgeen natuurlijk goed is tegen de cholesterol.
6.2. Cichorei
Zoals onze voorouders het al jaren wisten is de wortel van de
cichorei een waar genot voor onze bloedvaten. Een flinke lepel
van deze gebrande wortels in de koffie en onze bloedvaten zullen
er goed mee varen.
6.3. Bernagi
Dit is een éénjarige plant die zeker niet misstaat
in de siertuin of de bijentuin. Uit de duizenden blauwe bloempjes
groeien zaadjes die door de farmaceutische industrie uitperst
worden om de geneeskrachtige olie.
Van de bloempjes kunnen wij beeldige ijsblokjes maken om onze
zomerse barbecuedranken koel te houden. Wij gieten hiervoor een
beetje water in een glazen kom en strooien er wat bloempjes over.
We laten dit alles bevriezen en gieten daarna weer een laagje
water erop met wat bloempjes die wij weer laten bevriezen. Dit
ritueel herhalen wij tot de kom vol is. Het resultaat is een klomp
ijs waarin mooie bloempjes in lagen schitteren. Als men er dan
tijdens het invriesproces een met water gevulde wijnfles in steekt,
krijgt men een uitsparing, waarin men tijdens de feestelijkheden
een fles met geestelijke drank op een decoratieve wijze koel kan
houden.
Natuurlijk kan men alle kleine bloempjes in een ijsblok verwerken.
Het is belangrijk dat men niet teveel bloemen gebruikt.
6.4. Rabarber
Deze plant hoort zowel in de moestuin als in de kruidentuin thuis.
Doordat ze oxaalzuur bevat wordt deze plant gemeden door mensen
die lijden aan botontkalking. Dit is echter zeer overdreven. Een
zure sinaasappel bevat 4 maal meer oxaalzuur dan een stukje rabarber
dus eet men best inlandse rabarber en minder buitenlandse sinaasappel.
De bladeren van de rabarber zijn dodelijk giftig!
6.5. Chinese peterselie
Deze éénjarige plant doet het uitstekend in de
siertuin. Het zaait zich zelf uit maar woekert niet.
6.6. Oost-Indische kers
Deze doet het goed in een wilde tuin en zowel de blaadjes als
de bloempjes zijn eetbaar. Ze hebben een natuurlijke antibiotische
werking.
6.7. Mierikswortel
Dit is een goede plant voor de suikerzieken. Ze zorgt voor een
goede doorbloeding van de alvleesklier. Ofwel maakt men er een
heerlijk mierikswortelsausje van ofwel gebruikt men de mierikswortel
puur als pijnstiller bij artrose. Als men de wortel gebruikt moet
men wel oppassen omdat het pure spul bij aanraking met de huid
erg warm aanvoelt.
6.8. Vrouwenmantel
Deze verdient zowel een plaats in de siertuin, kruidentuin en
medicinale kruidentuin. De bloemen kan men drogen voor thee die
stimulerend inwerkt op het regelcentrum van de geslachtsklieren.
Vrouwenmantel is dan ook een kruid dat vrouwen soelaas schenkt
tijdens de menopauze en onregelmatige maandstonden.
6.9. Salie
Salie heeft ongeveer dezelfde werking als de vouwenmantel maar
is ook een uitstekend keukenkruid. Het bevat oestrogeenachtige
stoffen waar vrouwen hun profijt uit halen. Het zou van elke vrouw
een moeder maken en voor degenen die onregelmatig menstrueren
is dit euvel met salie eveneens van de baan. Men maakt thee van
de blaadjes van de salie.
6.10. Lavas
Dit is een doorlevende plant en familie van de selder. Ze hoort
zowel thuis in de medicinale tuin als in de keukentuin. De bladeren
drogen we op een goed verluchte, warme plaats uit de zon. Na het
drogen gaat de hele handel in een pot. Lavas is erg lekker in
de soep maar het wordt ook het mannenkruid genoemd. Zoals zijn
neef de selder drijft de lavas het vocht uit het lichaam af. Daarnaast
stimuleren de stoffen in deze plant de bloedtoevoer naar de gladde
spieren van het kleine bekken die men niet steeds kan beheersen
met het verstand. Vandaar dat men deze plant in het Antwerpse
"Lubbekruid" noemt.
Om de twijfelachtige reputatie van lavas en selder nog even in
de verf te zetten dit aloude gebruik uit de Noodkempen: de vriendinnen
van een meisje die een vrijer had hingen stiekem, ter fysieke
ondersteuning, een potje selderzaad aan de deurklink.
Een overdadig gebruik van selder of lavas kan leiden tot abortus.
6.11. Guldenroede
Deze plant bestaat in een hoge en lage uitvoering en hoort zowel
in de siertuin (bloemenschikken) als de medicinale tuin thuis.
Van de bloemen maakt men thee die waterafdrijvend is. Men drijft
water af als men dikke voeten heeft, in het voorjaar als men een
teveel aan urinezuur kwijt wil, als men geplaagd wordt door jicht
of reuma of bij een blaasontsteking.
6.12. Paardebloem
Het blad van de paardebloem is sterk waterafdrijvend. De enzymen
in de bladeren prikkelen de nieren die dan op hun beurt overvloedig
vocht loslaten. Ook zit er veel kalium in. De wortel is goed tegen
een teveel aan cholesterol. Hiervoor gebruiken wij het poeder
van de gedroogde wortel.
De wortel laten wij een drietal weken drogen. We malen deze goed
fijn en doen het poeder in een peperbusje. Dit zetten wij op tafel
en strooien wat poeder elke maaltijd in de soep en over de aardappelen
en onze cholesterol smelt als sneeuw voor de zon.
6.13. Duizendblad
Dit groeit overal langs de wegen. Deze plant voelt zich overal
thuis. Men noemt het ook het soldatenkruid. Tijdens de eerste
oorlog legde men het gekneusde blad van het kruid op de wonden
van de gekwetste soldaten. De looistoffen stopten na enkele minuten
het bloeden.
De bloemen hebben een ontsmettende en ontstekingwerende werking.
Samen met de bloemen van de goudsbloem kan men er een zeer goede
zalf van maken. Hiervoor neemt men een halve tas gesmolten varkensvet
waar men zoveel als men kan bloemen van het duizendblad en de
goudsbloem in stopt. Men laat alles een half uur op een zacht
vuur sudderen. Daarna laat men alles een nacht trekken. De volgende
nacht smelten wij het vet en zeven de bloemen eruit. Na opstijven
bekomen we een zalfje dat uitstekend werkt tegen zwerende wonden,
ontstoken spataders, speen en eczeem.
De bladeren zorgen voor een uitstekende thee die goed is tegen
diarree. Vroeger deed men steeds enkele blaadjes van het duizendblad
en van de bijvoet in het pannenkoekendeeg.
6.14. Bergsteen tijm
Dit is een plant voor de siertuin en de medicinale tuin. Van
dit aromatische kruid maakt men samen met munt een geurige thee
die werkt op het bijniermerg dat adrenaline aanmaakt. Ook de sierwaarde
is erg groot doordat de plant haast het ganse seizoen gesierd
is met duizenden blauwpaarse bloemen. Daar de plant sterk uitstoelt
moet elk onkruid in de buurt wijken.
6.15. Dragon
Dragon hoort thuis in de keuken en de medicinale tuin. Een takje
dragon oogt beeldig in een fles met kruidenazijn. Het is een bitterkruid
en dus goed tegen de cholesterol.
6.16. Rammenas
Deze plant zetten wij in de kruidentuin en in de medicinale tuin.
Bij een bronchitis snijdt men de schoongemaakte wortel in stukjes
die men met bruine suiker bestrooit. Van het bruine vocht dat
dan door osmose ontstaat nemen wij om de twee uren een lepel en
alles komt los.
Bij astma en bronchitis is een mengsel van echte bijenhoning
en gesneden ajuin heilbrengend. Wij vullen een potje afwisselend
met een laagje van 1 cm honing en daarop een laagje van 1 cm ajuin
tot aan de rand. Na een tijdje krijgen wij een waterachtig drankje
dat sterk antiseptisch en slijmverdrijvend is.
Indien men de kinderen 1 maal per week een schijfje rammenas
geeft zullen ze nooit galstenen krijgen omdat dit de lever stimuleert.
6.17. Nachtschade
Nachtschade vormt samen met de doornappel, het doodskruid en
bilzekruid de heksen kruiden. Ze zijn serieus giftig en horen
dus thuis in een heksentuin. Veel van deze kruiden bevatten stoffen
die werkzaam zijn tegen astma maar het is aan te raden om met
deze kruiden niet te experimenteren.
Door enkele druppels atropine die in deze planten zit in hun
ogen te doen maakten de maîtressen van Lodewijk XIV de pupillen
groter om zo hun geliefde vorst met een open blik te behagen.
Wat deze dwaze deernen echter niet wisten was dat hun behaagzucht
hen rechtstreeks het graf in hielp.
6.18. Citroenmelisse
Deze allrounder treft men in alle tuinen aan. De thee van de
citroenmelisse werkt uitstekend op de lever en neemt buikkrampen
bij schoolzieke kinderen weg.
6.19. Moederkruid
Dit onkruid plukken wij het best langs ‘s Heren wegen.
De bloemen zitten vol valeriaanzuur wat wij aantreffen in de valeriaan,
citroenmelisse en hop en is zeer kalmerend.
6.20. Kamille
Een medicinale plant die samen met de goudsbloem en het duizendblad
in de befaamde antiseptische, pijnstillende en genezende zalf
verwerkt wordt.
6.21. Roomse kervel
Deze sierlijke met schermbloempjes getooide plant zet men in
de keuken en siertuin en kan met de rabarber in de pot. Bij de
alcoholstoker Smeets zet men de zaden op de jenever om een aromatisch
drankje te brouwen.
6.22. Valkruid
Dit is een verfkruid dat zich elk jaar weer zelf uitzaait. Zoals
bij de goudsbloem stelt de felle gele kleur van de bloem problemen
bij de combinatie met de andere bloemen.
6.23. Zoethout
Zoethout wordt ongeveer 1,5 m hoog en de wortel wordt medicinaal
gebruik. Zouthout staat overal ter wereld bekend om zijn geneeskrachtige
werking. De werkzame stoffen zuiveren het lichaam en werken in
op de bijnierschors die adrenaline produceert. Daarnaast is het
sap werkzaam bij ontstekingen en verzacht het de pijn bij luchtwegenaandoeningen
en maagzweren.
De sierlijke struik heeft wel de neiging om te woekeren en geeft
ongelofelijk lange uitlopers.
6.24. Dille
Dille is een kruid dat in iedere tuin thuishoort. Het bevat stoffen
die ons een goede spijsvertering verschaffen. Daarnaast werken
de stoffen nog op ons zenuwstel in en geven ons rust. Dille stimuleert
eveneens de productie van melk bij mens en dier. Dille wordt vaak
in een naam genoemd met venkel, anijs en koriander.
6.25. Kaasjeskruid
Hiervan bestaan vele soorten zowel in de siertuin als in de medicinale
tuin. Van de bloemen maakt men een thee die het uitstekend doet
bij aandoeningen van de luchtwegen.
6.26. Doornappel
Dit is een echte heksenplant en dus erg giftig. De dampen van
de gedroogde bladeren werden door de indianen ingeademd bij astma
aanvallen om de longblaasjes te openen. De doornappel zaait zich
fel uit en daarom zetten we ze niet in de moestuin.
6.27. Rode zonnehoed
Ondanks dat deze plant zeer mooi staat in de siertuin is het
de medicinale plant bij uitstek. Alle delen van de plant zet men
op alcohol en de tinctuur die men zo verkrijgt is zeer heilzaam
voor de witte bloedlichaampjes die de microben in het bloed te
lijf gaan. Dus een kuur met zonnehoedtinctuur activeert de witte
bloedlichaampjes en beschermt ons zo tegen infecties.
De bloem gebruiken wij als de bloembodem paars begint te worden.
In de herfst mengen wij 9/10 bloemen en 1/10 wortel voor het maken
van de tinctuur. Het is echter aan te raden om niet teveel zelf
met kruiden te experimenteren. Er zijn gespecialiseerde zaken
genoeg waar men uitstekende kruidentincturen aan schappelijke
prijzen kan kopen.
6.28. Boerenwormkruid
Dit is een kruid dat men overal tegenkomt. De bladeren deed men
vroeger in de pannenkoeken. Toch bezit deze plant aborterende
stoffen. Een straffe thee van het boerenwormkruid, bijvoet, alsem
en vooral moederkoren werd in het verleden door heksen en zelfs
pastoors gebruikt om ongewenste zwangerschappen te onderbreken.
Moederkoren was eigenlijk een schimmel die sommige tarwekorrels
in de aren aantastte en dezen zwart kleurden. Daar de arme boeren
hun pacht met goed koren aan de kasteelheer betaalden belandde
het slechte koren met de aangetaste korrels vaak op de tafel van
de boer met het Antoniusvuur als resultaat. Dit was een soort
van vergiftiging waarbij men ontstoken voeten en benen kreeg die
langzaam afstierven. De aanwezigheid van vele kapelletjes ter
ere van de H. Antonius zijn nog een uiting van de radeloosheid
van de boerenbevolking tegen die plaag in die tijd.
6.29. Brem
Brem was ook een plant die men voor een abortus gebruikte. Het
is dan ook niet verwonderlijk dat men in oude liedjes en schilderijen
over boerenfeesten de bezem van bremtakken (deze werd binnenshuis
gebruikt) buitenstak als waarschuwing voor gebeurlijke ongevallen.
Een oude spreuk luidt immers: "Is er feest of een bruid hang
dan de bezem uit".
6.30. Moederkruid
Dit is een medicinale plant en helpt zeer goed bij migraine.
Het zaait zich sterk uit en verwildert. Vroeger was er geen tuin
waar dit kruid ontbrak. Eén blaadje iedere dag en de migraine
is weg.
6.31. Sint-Janskruid
Dit vindt men overal langs de weg en bloeit met een geel bloempje
rond de feestdag van Sint-Jan. Vroeger beweerde men: "Sint-Janskruid
verjaagt de duivel" waar men mee wilde zeggen dat men met
dit kruid overspannen, geestelijk ontredderde en over gestresseerde
mensen tot bedaren kon brengen. Niet te verwonderen dat momenteel
de Hollanders en Duitsers honderden hectaren van deze plant aanplanten
om hiervan antidepressiva te maken om de vele overspannen managers
en zakenmensen nog enigszins op in conditie te houden.
Het is een uitstekend, natuurlijk en niet verslavend middel tegen
depressies van alle aard en voor herfst- en lentemoeheid.
Een tinctuur van Sint-Janskruid is erg gemakkelijk te maken.
We nemen alcohol van 65 ° en hierin doen wij ¼ van
het volume bloempjes die nog dicht zijn. We laten het één
maand staan, we gieten dan de bloempjes ervan af en onze Sint-Janstinctuur
is klaar.
Wie zich niet aan deze bereiding wil wagen kan terecht in apotheken
en natuurwinkels.
6.32. Groot hoefblad
Deze plant gaat ook door het leven als wilde rabarber en is een
heuse waterplant. Het is een echte woekerplant. De wortels op
alcohol gezet geven een middel om pijn weg te nemen.
Hetzelfde resultaat bereiken we met bladen van de witte kool.
De geplette bladeren doen wij in een zeefdoek en leggen deze op
de pijnlijke plek en de pijn zal verdwijnen. Essenbladeren en
heermoes bieden eveneens soelaas.
6.33. Zwarte bes
Van deze plant maar van alle soorten bessen kunnen wij mooie
hagen maken. De zwarte bes is wel de dankbaarste plant. De botjes
die zich reeds in het najaar vormen zijn zeer interessant om in
een tinctuur te verwerken. We nemen alcohol van 40 – 45
° en voegen er ¼ volume botten van de zwarte bes aan
toe. We laten het 6 weken trekken en we hebben zwarte bes tinctuur.
Deze werkt enorm ontstekingremmend en pijnstillend bij reuma en
jicht. Het heeft dezelfde werking als cortisone en het verbetert
de aanmaak van nieuw kraakbeen (artrose).
6.34. Smeerwortel
Van de wortel maakt men eveneens een tinctuur die de aanmaak
van nieuw kraakbeen bevordert. Het is bruine tinctuur waarmee
men de pijnlijke plek moet insmeren. Het is een uitstekend pijnstillend,
nieuw kraakbeen en bot aanmakend middel.
6.35. Zwarte els
Dit is een echte boom. Het hout van de zwarte els is het enige
hout dat zonder drogen brandt. In een vochtige omgeving rot dit
hout nooit zodat men vroeger dit hout gebruikte voor het vervaardigen
van dat gedeelte van een put die altijd onder water stond. Venetië
is ook gebouw op elzenhout.
Binnenin is het hout geel. Deze gele stof gebruikte men vroeger
voor verfstof. Aan de boom zitten zowel mannelijke als vrouwelijke
katjes. Deze boom is eveneens een gruwel voor alles wat op luizen
of vlooien gelijkt. Als de mensen dan met een vlooien- of luizenplagen
waren opgescheept, strooiden ze de bladeren van de els over de
grond en na een tijdje keerde men samen met de bladeren het ongedierte
het huis uit.
6.36. Monnikkap
Dit is het meest giftige kruid in de tuin maar het heeft een
grote sierwaarde. De bloemen lijken op de kap van een monnik.
Alle delen van de plant zijn dodelijk giftig. Vroeger vergiftigden
de jagers hun pijlen met het sap van de wortel van de monnikskap.
Dit kruid vond men ook in de heksentuin maar om iemand te vergiftigen
gebruikten deze gezellige dames het zeepkruid omdat dit geen sporen
nalaat. Spuit men dit in de aderen dan lossen de zeepstoffen de
hemoglobine op in het bloed en gaat men een gewisse dood tegemoet.
6.37. Rozemarijn
Rozemarijn hoort thuis in een pot, de keukenkruidentuin, de kruidentuin,
de aromatische tuin en de medicinale tuin. In de pot is het uitstekend
om vlees wat smaak te geven. Men kan er thee van maken en deze
is goed voor de hersendoorbloeding zodat men beter kan onthouden.
Het ruikt lekker en het schrikt de microben af. Zo kregen de leerlooier
minder de pest in de middeleeuwen omdat zij hun handen tegen de
stank dagelijks met rozemarijn wasten.
6.38. Tijm
Dit is een zeer decoratieve struik die na een paar jaar versleten
is. Hij staat beeldig in de kruidentuin, siertuin en medicinale
tuin. Tijm in de vliersiroop en men heeft een prachtig middel
tegen verkoudheid.
Een uitstekende siroop tegen de verkoudheid maakt men met 1 l
water, 1 kg kandijsuiker, 1 staaf kalisse, 1 staaf zouthout, 1
busseltje tijm, 5 blaadjes salie, 1 lepel venkelzaad. Dit laat
men een half uur koken. Na een half uur afkoelen giet men de kruiden
af en vult men kleinere flesjes. Boven op de siroop giet men een
laag alcohol om schimmelvorming te voorkomen. Men bewaart de flesjes
in de koelkast.
6.39. Aardpeer
Hiervan gebruikt men enkel de knollen. We zetten hem achteraan
in de border. In de wortels zit een stof die zeer goed is tegen
ouderdomsdiabetes en werkt als een natuurlijk antibiotica.
6.40. Kweekpeer
Dit is een mooie boom met roze bloemen in het voorjaar, aparte
bladeren in de zomer en dikke, steenharde, gele vruchten in het
najaar. Van de vruchten maakt men een lekkere en medicinale confituur
die helpt bij de ziekte van Kroon.
6.41. Boekweit
Dit is een plant van de arme grond en geeft een meel waar geen
gluten inzitten. Boekweit bevat net als lijnzaad slijmstoffen
en is erg stoelgang bevorderend. Het bevat veel mineralen en is
goed tegen aderverkalking.
6.42. Engelwortel
Engelwortel krijgt pas het tweede jaar zijn wortel en past zeker
in de siertuin, medicinale tuin en kruidentuin. Hij zaait zich
goed uit maar de jonge planten zijn gemakkelijk te wieden. Van
de stengel maakt men met behulp van suiker, smaak- en kleurstoffen
gekonfijt fruit. In de streken rond Sint-Truiden is er een landbouwer
die engelwortel voor dit doel kweekt.
6.43. Berenklauw
Dit is een giftige plant waarvan men niet in contact met het
sap mag komen als de zon schijnt omdat er dan brandwonden ontstaan.
Zoals alle schermbloemigen bevat deze plant bloedverdunners. In
het zonlicht gaan dan de bloedvaten stuk springen. De actieve
stof in deze planten gebruikte men vroeger ook in het muizen-
en rattenvergift.
6.44. Galega
Galega is een prachtige plant voor de siertuin en kruidentuin.
De vlinderbloemige blauwe galega heeft geneeskrachtige bloemen
die in de middeleeuwen veel gebruikt werden door zogende moeders.
De thee van de bloemen verhoogde de aanmaak van eiwitten en bevorderde
de melkproductie. Men gaf deze bloemen uiteraard ook aan het vee.
De galega verlaagt net als zovele vlinderbloemigen de bloedsuikerspiegel
bij suikerpatiënten.
In de middeleeuwen zaten vele zogende moeders verveeld met een
teveel aan moedermelk. De vruchtbare vrouwen waren elk jaar zwanger.
Tegen dat het volgende kindje in aantocht was moesten de vrouwen
toch een paar maanden op adem komen en werd het zogende kind vervangen
door een "dorpsmemmer". Dit was een ongehuwde heer,
met fijne handen, zonder tanden van respectabele ouderdom, die
het privilege had om bij de zwanger vrouwen het teveel aan melk
weg te halen. Zo werd dan gelijk het melk geven aan het zogende
kindje afgebouwd.
6.45. Wilg
De bast van de wilg bevat salicylzuur en was het aspirientje
van de oude tijd. Door te kauwen op de bast kwam het zuur vrij
en verzachtte de pijn. Een teveel van dit goedje leidde wel tot
diaree.
|